Laden...

Les Ballets C de la B & LOD muziektheater


Officiƫle locatie

Jan De Vylder // realisatie in 2008

De architectuur van Jan De Vylder is eerder conceptueel dan architectonisch gedreven. Ze prefereert karakter boven conventie, het provisionele boven het perfecte, hetgeen hij ‘complexiteit boven subtiliteit’ noemt, ‘ooit eens’ boven het hier en nu. De aard van de bouwsubstantie wordt waar dit ook maar enigszins mogelijk is op bijna fetisjistische wijze omvergeworpen. Zo nu en dan kunnen we zelfs iets echt choquerends ontdekken — een zekere wreedheid in de manier waarop hij de lichamen van de gebouwen behandelt. De chronologie van de ontwikkeling van Les Ballets C de la B, zoals De Vylder ze beschrijft, blijft een fris en dankbaar verhaal. Het gezelschap, wereldwijd toonaangevend als karaktergedreven dans- en theatergezelschap, werd in 1984 opgericht door Alain Platel, die zelf heel erg geïnteresseerd is in architectuur, niet in het minst omdat zijn vader architect was. In 1996 stuurde Platel een zakenpartner richting De Vylder. Deze werd de eerste cliënt van de architect, het budget bedroeg 25.000 euro en het resultaat was het eerder aangehaalde, door stutten ondersteunde Ovo Huis. Zes jaar later verkregen Les Ballets C de la B en het muziektheatergezelschap LOD, die beide vanuit een tijdelijke accommodatie opereerden, van het stadsbestuur een pachtrecht van 33 jaar op een gebouw aan de Bijloke, een oude ziekenhuissite, nu een kunstcampus buiten de stadsmuren. Platel herinnerde zich De Vylder en belde hem op.1 Er is iets opzettelijk vreemds aan bijna elk aspect van het ontwerp. De twee repetitiestudio’s, oorspronkelijk bedoeld als scharnierpunt naar een nieuw gebouw, eindigden met hun ruggen naar elkaar toe, als tweelingen gescheiden bij de geboorte, als broer en zus die elkaar niets meer te zeggen hebben. De ene kijkt uit op een zijstraat, de andere houdt zich verscholen in een hoek. Geen enkele heeft een brievenbus of deurbel. Waarom zou je ook aan de artiesteningang in een zijstraat? De hoge gevels doen denken aan gevilde lichamen in vitrines, de huid gestript om het vlees en de botten, de kronkelende pezen, aders en slagaders erachter te onthullen. De repetitiestudio’s achteraan hebben de kwaliteit van oude pakhuizen. Theater communiceert altijd beter in ruimtes die herinneringen met zich meedragen, waarvan de muren decennialang zweet hebben geabsorbeerd. De gevel langs het kanaal is een stille, modernistische, witte muur, inclusief schaduwspleet aan het voetpad en een blinde erker. Maar het gecreëerde beeld van moderniteit is slechts geleend en vertoont barsten. Het vervallen werkterrein tussen de gezelschappen in, achteraan de gebouwen, werd opengegooid naar het kanaal. De hele plaats ademt een zeker melancholisch, aan weer en wind blootgesteld verval uit. 

bron: https://www.vai.be/en/buildings/cultuurinfrastructuur/productiestudios-les-ballets-c-de-la-b-en-lod

 

Plaatsbeoordelingen