Jongerenontmoetingscentrum Rabot
Beel & Achtergael architecten // realisatie in 2007
Het jongerenontmoetingscentrum (JOC) bevindt zich in een vijf hectaren groot buurtpark op de site van het oude goederenstation ‘Rabot’. Net als het park en de geplande Gaardeniersbrug kadert het JOC in een Europees investeringsprogramma dat de realisatie van stadsvernieuwingsprojecten in de negentiende-eeuwse rand rond Gent ondersteunt. Deze projecten hebben als gemeenschappelijk doel de sociaal-economisch achtergestelde wijken aan de overkant van de Nieuwevaart en de Gasmeterlaan opnieuw met het stadscentrum te verbinden. De Parijse landschapsarchitect Michel Desvigne vatte de centrale zone van het park op als een aaneenschakeling van verschillende sferen die aansluiten bij elementen uit de onmiddellijke omgeving. Voorbeelden van die elementen zijn het nieuwe gerechtsgebouw aan de ene kant van het park en de geplande ‘trambrug’ aan het andere uiteinde. Het JOC ligt in een deel van het park dat is voorbehouden aan sport- en speelterreinen. Het grenst aan een betegeld plein aan de voet van de brug, waar het park wordt gedomineerd door de enorme gastanks van een aanpalend voormalig industriegebied. Een regelmatige grid van kleine groepjes bomen smeedt het park visueel aaneen. Verhoogde en verdiepte zones differentiëren het terrein. Het jeugdhuis gaat als een ambitieuze poging tot typologische vernieuwing grotendeels schuil onder één van de terrassen. Drie kleine toegangsgebouwen, één voor elke vereniging die in het JOC is ondergebracht, bezetten samen het dak, dat met een dikke laag aarde is bedekt. Door het aardepakket en de beplanting wordt de ondergrondse fuifzaal akoestisch voldoende geïsoleerd. De bovengrondse paviljoenen definiëren een speelzone binnen het park. De betontegels in het gras die de ruimte verder articuleren, vormen een pad waaraan iedere vereniging een eigen adres heeft. De paviljoentjes zijn op een eendere manier opgebouwd. Tussen een toegangstrap en een met staaldraad afgezette patio zit telkens een kantoorruimte vervat. De patio fungeert als een oriëntatie- en ankerpunt in de ondergrondse ruimte, waarrond de activiteitenruimtes van de verenigingen zijn georganiseerd. Behalve de patio’s zorgen ook enkele lichtstraten voor daglicht. In het park zijn deze met stalen roosters afgedekt. Verder omvat het gebouw een tweeledige polyvalente ruimte die met een buitentrap wordt ontsloten. Daardoor kan de zaal niet enkel als een overdekte speelplaats voor de verenigingen dienen, maar ook door derden als feestzaal worden gebruikt. Een lift naar deze zaal is ondergebracht in een volume in translucent polycarbonaat, dat net als de aan de patio’s gekoppelde gebouwtjes boven het podium uitsteekt. ’s Nachts licht dit volume op, waardoor het een baken vormt in het park. Ook de andere afwerkingsmaterialen springen in het oog. Naast kunststof voor wanden en schuifdeuren en een onregelmatige betimmering van het plafond zijn op een aantal plaatsen geperforeerde staalplaten gebruikt, die aan Pierre Chareau doen denken. De organisatie van het programma is zonder precedent. De kwartieren waarvan de autonomie ook ondergronds goed leesbaar blijft, worden zowel horizontaal vanuit de gemeenschappelijke zone, als verticaal van op het maaiveld ontsloten. Het gedifferentieerde materiaalgebruik, de ontdubbelde circulatie en de conceptuele eenheid met het park bepalen het karakter van het gebouw, dat de zoektocht naar het ontsluiten en ordenen van het programma tot het uiterste drijft.
bron: https://www.vai.be/gebouwen/jeugdinfrastructuur/jongerenontmoetingscentrum-rabot
bron: https://achtergael.be/nl/projecten/joc-rabot-gent/