Laden...

Faculteit Economie en Bedrijfskunde


Officiële locatie

Xaveer De Geyter Architecten, Stéphane Beel Architecten // realisatie in 2006

Het patrimonium van de Universiteit Gent is verspreid over de stad: het bestaat uit een amalgaam van gebouwen, aaneengeschakeld door pleinen en straten die fungeren als gangen tussen de aula’s. Op die manier bepalen de gebouwen van Universiteit Gent mee het Gentse stadsbeeld.

Het meest intensief gebruikte netwerk reikt van aan het cultuurcentrum Vooruit tot aan de Sint- Pieterskerk: een strook stadsweefsel met een grote dichtheid, die stilaan een onsamenhangende indruk geeft. De Universiteit Gent gaf Xaveer De Geyter Architecten & Stéphane Beel Architecten de opdracht om voor dit 800 meter lange gebied een masterplan op te stellen. De ontwerpers hergebruikten voor dit project een oude kerkwegel, die ze inzetten als voetgangerstraject. Dit pad verbindt twee nieuwe gebouwen, die elk aan een uiteinde ervan liggen. Aan de ene kant rijst het ‘monovolume’ op, een polyvalent gebouw met onder andere twee auditoria met foyers, een parkeergarage, een bibliotheek en alle inschrijvingsfaciliteiten.
Aan de andere kant staat de nieuwe faculteit Economie en Bedrijfskunde. Daarenboven wordt het pad opgeladen met semi-publieke buitenruimtes zoals verscheidene pleinen, een nieuw park, een fietsenparking, een steeg, een binnentuin en een dakterras op het al bestaande economiegebouw.

Binnen dit masterplan stonden de architecten ook in voor het ontwerp van het nieuwe economiegebouw. Dit
ent zich naadloos op de kerkwegel, die op de begane grond het bouwvolume doorsnijdt en in de kern er ook de toegang toe verschaft. Naast die aansluiting met de omgeving werd het gebouw ook van binnenuit met zijn bestaande context verbonden, en dit op verschillende niveaus. Op niveau -2 werd een gang vanuit de oude economiefaculteit doorgetrokken en op de derde verdieping werd een brug gebouwd, die straks de verbinding zal maken met het naburige faculteitsgebouw dat toegankelijk is via het Sint-Pietersplein.

Door de eigenlijke toegang van het gebouw op de kerkwegel te oriënteren, wordt de keuze van een vooren achterkant op een intelligente manier omzeild en wordt de verhouding tussen wat voor- en achtergevel zou moeten zijn, dubieus. Enerzijds is er de kop van de as vanuit de doodlopende Tweekerkenstraat. Hier verschijnt het gebouw wellicht in zijn meest bescheiden vorm. Een vliesgevel met horizontale geleding reflecteert respectvol de barokke Sint-Pieterskerk, die ertegenover ligt. De uitholling in de benedenverdieping geeft een inkom aan en vormt een luifel voor de fietsenstalling. Anderzijds is er de dramatisch ontvouwde gevel aan de kant van het oude economiegebouw. Waardevolle funderingen van een oude kerk beperkten de footprint van het gebouw. De architecten bedachten samen met het ingenieursbureau S.W.K een constructie van twee wigvormige uitkragingen, die maken dat het gebouw het hele programma toch kan dragen. Er werden twee vierendeelliggers voorzien, die hun stabiliteit vinden door de betonnen verticale lamellen in de oostelijke gevel en een massa beton in de westelijke gevel.

De tektoniek van de vier gevels wordt telkens volledig bepaald door het principe van de constructie en omgekeerd. Zo zorgde ook de nood aan zonnewering in het oosten voor de keuze van verticale lamellen. De stapeling van de gesloten functies gaf aanleiding tot het ontwerp van een functionele schijf aan de westelijke zijde van het gebouw. De platte koker bevat onder meer liften, een berging, sanitair en rechtstreekse trappen die ook een vluchtweg zijn.

Eenmaal binnen neemt een open foyer het van de kerkwegel over. Een verzonken plein op het ondergrondse niveau vangt op het ene moment honderden studenten op tijdens een lessenwissel, maar is een ogenblik later plots weer een verlaten plek met onverwachte vergezichten. Een aaneenschakeling van open hellingen, trappen en gangen met landschappelijke allures klimt van hieruit langs de gevels, rond de centrale aula, omhoog. Het is een wandeling waarbij de enorm grote transparantie tussen aula en foyer, gangen en omgeving, bibliotheek en patio, de gebruiker bewust en alert maakt van zijn gedrag. Want op elk moment en op elke plek is men op te merken. De centrale ‘plaza’ is wellicht het summum van deze openbaarheid en wordt dan ook telkens als tussenstop gebruikt tussen de verschillende verplaatsingen. Om te zien en gezien te worden.

Bron: https://www.vai.be/gebouwen/publieke-gebouwen/faculteit-economie-en-bedrijfskunde-gent

 

 

Plaatsbeoordelingen