Laden...

Philippe Vander Maren & Mireille Weerts, Verbouwing voormalige pastorie, 2004-08


Locatie aangemaakt door wilfriedjenzen

"Verbouwing voormalige pastorie Hedendaagse architectuur en monumentenzorg leven vaak op gespannen voet met elkaar. Het kan echter ook anders: deze verbouwing van een voormalige pastorie tot gezinswoning toont dat een resoluut hedendaags ingrijpen op een historisch pand net zo goed een vorm van monumentenzorg kan betekenen. Het pand in kwestie, in de Halfmaartstraat in Leuven, is een organisch gegroeid resultaat van een reeks vrij radicale ingrepen uit het verleden. De brede, centrale gang die de vertrekken aan weerszijden ontsluit, kenmerkt de achttiende-eeuwse uitbreiding van de oorspronkelijke kern van de pastorie. De reeks salons aan de straatkant is dan weer een typische negentiende-eeuwse ingreep, die de woning een meer burgerlijke allure gaf. Nog later werd het pand opgedeeld in studentenkamers, waarbij een aantal elementen onoordeelkundig werd gerestaureerd of vervangen. Door dergelijke opeenvolgende transformaties komt de monumentwaarde van zo’n gebouw meer in de complexe historische gelaagdheid te liggen dan in de consistente, materiële evidentie van een bepaalde stijlperiode of typologie. Bij de huidige verbouwing werd in eerste instantie een aantal historisch en esthetisch waardevolle elementen geconserveerd. De plafonds in de verschillende vertrekken (gewelven in het oudste deel van het pand, stucplafonds met sierlijsten in sommige vertrekken) werden bijvoorbeeld in hun oorspronkelijke staat hersteld, omdat ze de verschillende bouwperiodes leesbaar maken. De kroonlijst in de straatgevel werd met veel zorg gerestaureerd om de harmonische compositie van de gevel te herstellen. Bij gebrek aan historische documentatie over de oude raamverdeling werd deze afgeleid uit de geometrische regellijnen van de geveltekening en de verhoudingen van de openingen. Het typeert de aanpak van de architecten: eerder dan een kunsthistorisch verantwoorde reconstructie na te streven, probeerden ze de constructieve en esthetische logica van het pand te achterhalen en te vertalen naar vandaag. Om de beoogde visuele subtiliteit te bereiken en te beantwoorden aan de huidige comfortvereisten, werden speciale, fijne raamkaders uit hout en staal ontworpen. Het raffinement ervan zet de toon voor de verdere binnenafwerking, die uitmunt in detaillering en zorgvuldigheid. Uit het ambachtelijke, in massief hout uitgevoerde meubilair spreekt bovendien een onvoorwaardelijke liefde voor authentieke en duurzame materialen. Dat komt het meest tot uiting in de nieuwe trappenpartij. Deze is opgebouwd uit een sequentie van vrijstaande en steeds hoger wordende, slanke portieken in vol hout. De realisatie van deze schijnbaar eenvoudige constructie vormde in werkelijkheid een technische tour de force. Voorheen bevond de trappenpartij zich in het midden vande woning, op het einde van de centrale gang. De trap vertrekt vanuit de middenkamers, waardoor de ruimtes die vroeger het donkerst waren, nu de centrale circulatieknoop vormen. De statige gang fungeert nu als een overgangszone tussen de representatieve plekken van dewoning (ontvangstruimte, salons, bureau), en de meer private ruimtes zoals de keuken en de eetkamer op de gelijkvloerse verdieping en de slaapkamer op de eerste verdieping. De statische, symmetrische ontsluiting van aparte kamers heeft plaats gemaakt voor een meer open relatie tussen de vertrekken en een boeiend parcours doorheen de woning. Op zolder is de ruimte volledig open gelaten, om het indrukwekkende dakspant zichtbaar te houden. De verschillende segmenten ervan maken de ontstaansgeschiedenis van het pand leesbaar. Door de haast maniakale aandacht voor detaillering en afwerking bleven alle gebruikte materialen zichtbaar. Het kleurenpalet wordt dan ook bepaald door kalkmortel, onbehandeld hout, zichtbeton en staal. Deze materiaalconsistentie wordt ook in de buitenruimtes aangehouden. In de patio zijn de vloerbedekking en de gevelwand bijvoorbeeld bekleed met onbehandeld hout, terwijl de wit gekaleide muren het oorspronkelijke bouwvolume accentueren. Het intieme, besloten karakter van deze buitenkamer contrasteert met de tuin achteraan de woning, die een meer open en monumentaal aspect heeft. De strakke inrichting ervan doet de subtiele proporties van de achtergevel perfect tot hun recht komen. Net als aan de straatkant krijgt de achtergevel een vrolijke toets door het bekende streepjesmotief van Daniel Buren op de luiken. Binnenin accentueerde Richard Venlet dan weer het burgerlijke karakter van het interieur door middel van pronkerige spiegelkaders die op de schuifdeuren zijn gezeefdrukt. Dan Van Severen ten slotte vertaalt via lijnen in het gietbeton de ruimtelijke geleding van het pand naar een abstracte tekening. Het accent van de kunstenaars op de diverse perioden in de ontwikkeling van dit pand, kan gelden als metafoor voor de aanpak van de architecten. Zij hebben het hybride, gelaagde karakter van dit gebouw tot thema van hun ingreep gemaakt. Vanuit een eigenzinnige maar integere visie hebben ze de herbestemming van deze pastorie opgevat als een logische, volgende stap in een eeuwenlang proces van transformeren, aanvullen en aanpassen. -Sven Sterken" bron: https://www.vai.be/gebouwen/eensgezinswoning/verbouwing-voormalige-pastorie https://miesarch.com/work/2108

Plaatsbeoordelingen