Laden...

Renaat Braem: Sint-Maartensdal, 1955-71


Locatie aangemaakt door wilfriedjenzen

"In 1955 ontvangt Braem op aansturen van Franz Tielemans, burgemeester van Leuven, samen met Albert Moerkerke en Jan De Mol de opdracht voor een hoogbouwwijk op de terreinen van de Sint-Maartenskazerne in Leuven. Deze opdracht voor hoogbouw in het midden van de historische stad is uniek in de geschiedenis van de moderne stedenbouw en architectuur in België. Ook binnen de loopbaan van Braem bezet het ontwerp voor Sint-Maartensdal een bijzondere plaats. Het kondigt de overgang aan naar de biomorfe vormgeving die zijn oeuvre vanaf het einde van de jaren 1950 kenmerkt. Met het oog op het scheppen van "een aangename, ruimtelijk bevrijdende woonsfeer" zoekt Braem zowel in het stedenbouwkundig opzet als in de architecturale uitwerking bewust naar een "een levendige, bewogen vormgeving", die gebaseerd is op een organische samenhang van functie en vorm. Hij introduceert daarbij twee nieuwe gebouwtypes: de hexagonale "gekonsentreerde" toren en het langblok in visgraatvorm. Ze worden opgesteld in een geometrisch schema dat wordt bepaald door zichtassen en lichtinval. Het resultaat is een monumentale en expressieve verschijningsvorm die grondig afwijkt van bijvoorbeeld het rechtlijnig karakter van de Modelwijk op De Heizel (Brussel), die hij in hetzelfde jaar ontwerpt. Sint-Maartensdal staat dan ook bekend om het non-conformistisch karakter waarmee Braem stelling neemt tegen zowel het traditionele bouwen als tegen de gemeenplaatsen van het geijkte modernisme. De wijk wordt tussen 1960 en 1971 in drie fasen uitgevoerd volgens een sterk gewijzigd aanlegplan. Hoewel ze hierbij aan kwaliteit inboet, wordt ze in architectuurmiddens gunstig ontvangen als alternatief voor "de anonieme blokvorm waarin zoveel individualiteiten worden geperst". In 1967 ontvangt de wijk van de SBUAM (de Société des Urbanistes et Architectes Modernistes) een bijzondere onderscheiding als "meest opmerkelijke realisatie recent gebouwd in België". Ook in populaire media wordt het zonnige en menselijk karakter van de appartementsgebouwen geloofd. (...) De langblokken oogsten in architectenmilieus en populaire media lovende kritieken als een vernieuwende typologie die een belangrijke verbetering inhoudt ten aanzien van de anonimiteit van het merendeel van de modernistische woonblokken. Er klinkt vooral appreciatie voor het feit dat elk appartement zijn "eigen gevel" heeft en voor de levendige vormgeving, die beide bijdragen tot een "menselijke" architectuur. Geert Bekaert schrijft in een artikel naar aanleiding van de toekenning van de SBUAM-prijs aan Sint-Maartensdal dat de wijk in haar geheel een indruk oproept van levendigheid, opgewektheid en helderheid, die vooral toe te schrijven is aan het beweeglijke en felle ritme van de langblokken. "Eigenlijk", zo stelt hij ook, "kan men van geen woonblokken meer spreken. [...] Niet het geheel overweegt, maar de opbouw door de afzonderlijke wooncellen". K.-N. Elno verwijst naar de langblokken als de "beelding van een goed, lotsverbonden wonen". (...) Aan de zuidzijde van het terrein, waar Braem ter afsluiting van het bouwblok in een rij eengezinswoningen had voorzien op een ondergrondse parkeergarage, wordt in 1972 een appartementsgebouw van acht bouwlagen opgetrokken naar het ontwerp van het Leuvense bureau Formanova. In 1994 opent de stad op de plaats waar in het eerste inplantingsplan de stadsfeestzaal en tentoonstellingshal waren gesitueerd, een buurtcentrum naar het ontwerp van de stadsarchitect Roger Jacobs. Tussen 1998 en 2002 worden in opdracht van Dijledal (de vroegere SMGWW, vandaag Heuvelhof) de torens ingrijpend gerenoveerd door het Leuvense architectenbureau A33. A33 herschikt de appartementen volledig en voegt een tweede trappenhuis toe. De ruwbouw wordt behouden, maar wordt voorzien van vliesgevels op een aluminium draagstructuur. De oorspronkelijke kleurcontrasten van beige baksteen, betonnen cordons, witte glasalplaten en houten raamprofielen maken daarbij plaats voor roodkeramische en zinken gevelbekledingen met grijs buitenschrijnwerk. Vanaf 2004 ondergaan de langblokken een nog ingrijpendere renovatie, geleid door het studiebureau A.R.T., waarbij naast het materiaal- en kleurgebruik ook de plastische expressie van de gebouwen verloren gaat. Het bestaande terras wordt aan de leefruimte toegevoegd. Aan de gevel wordt een nieuw terras bevestigd. De levendige vormgeving met uitstekende dwarswanden maakt daarbij plaats voor een gladde gevel met hangende terrassen." bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/125467

Plaatsbeoordelingen